Toen je al weg was
Bij de flessen water kon je niet kiezen welke
ik wilde zo graag dat ik niet hoefde te kiezen
Toen we in het park aankwamen jij bij mij
achterop en er van dronken zaten er bubbels in
We kochten aardbeien
ik kocht aardbeien
ik kocht alles
ik betaalde alles en mijn fiets viel om
en die raapte ik zelf op
er vielen nog meer fietsen om
ik raapte alle fietsen op
jij wilde liggen, je wilde in de aarde
zakken en ik wilde je hier houden
maar de zwaartekracht had allang zijn
werk gedaan en je lachte naar me
als een vader naar een kind dat knoeit
Je deelde aardbeien uit aan andere mensen
in het Vondelpark
je zei zo doen ze dat in Berlijn.
